Anesthesie

Elke narcose brengt een bepaald risico met zich mee, alleen is het risico tegenwoordig veel kleiner dan vroeger.

Hoe ging het vroeger

Afhankelijk van het gewicht van het dier werd een mengsel van verschillende medicijnen ingespoten om het onder narcose te brengen. Eenmaal ingespoten werd het proces onomkeerbaar en kon er alleen gewacht worden op het moment, dat het lichaam zelf de medicijnen had afgebroken. Bij plotselinge complicaties, zoals adem- of hartstilstand, was er meestal niet veel meer aan te doen.

Hoe gaat het nu

We beschikken nu over meer kennis en middelen. Het effect van de ingespoten medicijnen is met behulp van een “tegenmedicijn” in geval van nood direct op te heffen. Daarnaast beschikken we over gasanesthesie en bewakingsapparatuur.

Bij gasanesthesie ademt de patiënt een mengsel van zuurstof en isofluraan (dit is het narcosemiddel) in. De diepte van de narcose is te regelen d.m.v een knop.

De bewakingsapparatuur geeft in een vroeg stadium aan wanneer er problemen ontstaan. In geval van nood wordt de isofluraan uitgedraaid en de patiënt beademd met 100% zuurstof. Het proces is nu wel omkeerbaar geworden.

Na de operatie wordt de isofluraan door het dier uitgeademd, zodat het zich na de operatie sneller herstelt van de narcose dan vroeger het geval was.

Reacties zijn gesloten.